Van buik naar rug  

Het slachtoffer dat wordt getroffen op de buik, kun je niet controleren op vitale functies. Daarom moet je het slachtoffer van buik naar rug draaien. Dan pas kun je de vitale functies controleren.

  1. Kniel naast het slachtoffer aan de kant van zijn gezicht.
  2. Leg de arm van het slachtoffer die het dichts bij U ligt langs het lichaam. (zorg ervoor dat de hand van die arm plat op de grond ligt met de handpalm naar boven).
  3. Loop om het slachtoffer heen (stap NOOIT over het slachtoffer heen!).
  4. Leg het been van het slachtoffer dat het verst van U afligt over het andere been.
  5. Kniel aan de aknt van zijn/haar achterhoofd.
  6. Breng de arm van het slachtoffer die het dichts bij U ligt voorzichtig langs het hoofd naar boven. Zorg ervoor dat de arm langs het hoofd ligt, dit maal met de rug van de hand naar boven.
  7. Pak het slachtoffer met één hand bij de schouder en de andere hand bij de heup. Pak tevens de arm die langs de heup ligt mee vast.
  8. Draai het slachtoffer naar U toe tot hij/zij op de zij ligt.
  9. Laat de schouder los en ondersteun met die hand het hoofd.
  10. Draai het slachtoffer door tot hij/zij op de rug ligt en leg het hoofd voorzichtig neer.

  

stabiele zijligging

Door het slachtoffer in de stabiele zijligging positie te leggen heeft het slachtoffer een vrij luchtweg. Als het slachtoffer op de zij ligt zakt de onderkaak en tong niet naar achteren zodat het slachtoffer niet stikt in zijn tong of eigen braaksel.

  1. Kniel naast het slachtoffer aan de kant van zijn/haar gezicht.
  2. Wanneer het slachtoffer een bril draagt, neem deze dan af.
  3. Zorg dat de benen recht langs elkaar liggen.
  4. Pak de arm van het slachtoffer dat het dichts bij U ligt bij de elleboog en de pols en breng deze schuivend over de grond omhoog.
  5. Leg de arm loodrecht op het lichaam, de elleboog in een rechte hoek gebogen en de handpalm naar boven (ook wel de hallo-positie genoemd).
  6. Pak de andere arm van het slachtoffer en leg die met de handrug naar de wang gedraait op de schouder die het dichts bij U is en houd deze vast. (ook wel de alaaf-positie genoemd).
  7. Buig het been dat het verst van U verwijderd is in de knie terwijl U de voet op de grond blijft rusten.
  8. Draai het slachtoffer tot in de zijligging naar U toe door zijn/haar gebogen knie naar U toe te bewegen terwijl U de hand tegen de wang duwt.
  9. Zorg dat de elleboog van de bovenliggende arm op de onderliggende arm komt te rusten.
  10. Leg het gebogen been zo dat zowel de heup als de knie een rechte hoek vormen, het slachtoffer kan zo niet naar voren of achteren vallen.
  11. Kantel het hoofd voorzichtig naar achteren en leg zonodig de hand beter onder de wang om te zorgen dat de luchtweg vrij blijft.
  12. Controleer tenminste elke minuut de ademhaling van het slachtoffer.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb